Walenstraat (Rotselaar)

Kort

Herinnert aan de Waalse arbeiders werkzaam in de steengroeve van de hertog van Arenberg in Rotselaar, zeventiende en achttiende eeuw.

Duiding

De naam verschijnt voor de eerste keer in 1686 en verwijst naar de Waalse (Ardense) arbeiders en steenkappers die door de hertogen van Arenberg (zij waren hertog van Aarschot en baron van Rotselaar) vanaf de zeventiende eeuw werden ingezet in hun steengroeve in de noordflank van de Middelberg. De groeve leverde niet alleen steen voor bijvoorbeeld de nieuwe watermolen van de hertog aan de Dijle (1660-1665), maar ook en vooral voor grootschalige bouwcampagnes in Leuven en omgeving: zo kapten de Waalse arbeiders grote hoeveelheden Rotselaarse steen voor de bouw van de barokke Sint-Michielskerk te Leuven (1650-1656), en voor de kaaimuren en watermolens in die stad (1658-1660).

De Walenstraat verwijst naar de huisvesting van de arbeiders op die plaats: aan de westgrens van Rotselaar, ver van de andere Rotselaarse woonkernen.
De grootste ontginningscampagne van Rotselaarse steen vond plaats in de achttiende eeuw, voor de aanleg van het kanaal Leuven-Mechelen (1750-1752), één van de grootste infrastructuurwerken in de Oostenrijkse Nederlanden ooit, en de grote herstellingscampagne in 1760-1763. Hertog Leopold Filips van Arenberg (1690-1754) stelde zijn steengroeven in Rotselaar ter beschikking voor de grote hoeveelheden ijzerzandsteen die nodig waren. Opnieuw trok de hertog hiervoor grote aantallen groeve-arbeiders en steenhouwers aan uit Wallonië.

Informatie: dr. Bart Minnen, historicus verbonden aan de KU Leuven.