Sint-Jobsweg (Wezemaal)

Kort

Populaire genees- en beschermheilige, met miraculeus beeld (c. 1400) in de kerk van Wezemaal dat eeuwen lang duizenden pelgrims aantrok.

Duiding

Niet de patroonheilige van de kerk van Wezemaal, Sint-Martinus, maar Sint-Job was de populairste heilige die in de kerk werd vereerd. Het voorwerp van verering was het nog steeds bestaande houten beeld van rond 1400, waaraan al gauw miraculeuze krachten werden toegeschreven. Job is geen historische persoon, maar een personage uit het Oude Testament, uit het gelijknamige boek Job. Hij was een welvarend en godvruchtig man, die door God op de proef werd gesteld. God stond Satan toe hem te gronde te richten. Job verloor zijn kinderen, zijn rijkdom en zijn gezondheid. Hij werd tot het uiterste op de proef gesteld, maar bleef aan zijn geloof vasthouden, en werd uiteindelijk door God beloond en in zijn welvaart hersteld. Om die reden werd hij later door de Kerk beschouwd als voorafspiegeling van de lijdende en verrezen Christus, en kreeg hij, als enige figuur uit het Oude Testament, de status van heilige.

Sint-Job werd vereerd als beschermheilige tegen allerlei onheil en als geneesheilige, vooral van huidziekten. Al van het midden van de 15de eeuw trok het Wezemaalse beeld talrijke pelgrims aan, uit heel de Nederlanden en zelfs daarbuiten. In de kerk konden pelgrims kleine metalen bedevaartinsignes kopen. Insignes uit Wezemaal zijn teruggevonden op diverse plaatsen in Nederland en Engeland. Dank zij de inkomsten uit de bedevaart werd de kerk van Wezemaal één van de rijkste dorpskerken in Brabant. Met dat geld kon onder meer de bouw van een nieuwe imposante toren in witte zandsteen worden betaald (voltooid in 1475). De bedevaart bereikte een absoluut hoogtepunt tussen 1496 en ca. 1520, toen Wezemaal in het centrum kwam te staan van een pan-Europese pandemie. Tijdens het beleg van Napels door het Franse leger (1496) brak in het Franse kamp een onbekende, vreselijke ziekte uit, die zich snel verspreidde over het hele continent (de ‘ziekte van Napels’, de ‘Franse ziekte’, de ‘ziekte van Sint-Job’), en die sinds 1530 bekend staat als syfilis. Jaarlijks stroomden duizenden pelgrims toe naar Wezemaal, tot meer dan 23.000 in 1514.

Door de opkomst van het protestantisme vanaf ca. 1520 en zijn kritiek op de heiligenverering kromp de bedevaart tot regionale proporties. Maar in elke latere golf van katholiek réveil (begin 17de eeuw; vanaf 1830; en een laatste keer in de jaren 1930-1950) werd Sint-Job door de plaatselijke pastoors opnieuw gepromoot als toonbeeld van christelijke deugden en volharding, met een jaarlijkse spectaculaire processie als hoogtepunt (tot 1968).

De Sint-Jobsdevotie werd zó belangrijk en lucratief voor Wezemaal, dat reeds vóór 1437 de kermisdag werd verplaatst van de feestdag van Sint-Joris (23 april) naar die van Sint-Job (10 mei). Tot vandaag valt Wezemaal-kermis nog altijd op de zondag volgend op 10 mei.

Het miraculeuze beeld (c. 1400) van Sint-Job in de kerk van Wezemaal

Sint-Jobsinsigne uit Wezemaal, 15de eeuw, gevonden in Zeeland

Informatie en foto: dr. Bart Minnen, historicus verbonden aan de KU Leuven.