Jan Bolsstraat (Werchter)

Kort

Vernoemd naar Jan Bols. Hij was priester, schrijver en taalkundig en leefde van 1842 tot 1921.

Duiding

Joannes Bols werd geboren op 9 februari 1842 in Werchter als tweede zoon in het tweede huwelijk van de koster en onderwijzer Josephus-Arnoldus Bols met Petronella Scheys afkomstig van Haterbeek-Aarschot. Zijn moeder was een verstandige vrouw. Haar invloed in de opvoeding van Jan Bols kan men niet wegcijferen. Zijn naam werd door zijn ouders vereenvoudigd tot Jan.

Op 1 oktober 1866 werd Bols, als diaken, leraar aan het Sint-Romboutscollege in Mechelen en dat tot in 1877. Jan Bols werd tot priester gewijd op 22 december 1866 in Mechelen. Het leven van de diepgelovige priester werd beheerst door die ene drijfveer: de ontplooiing van de Vlaamse culturele identiteit, niet als doel op zich, maar ten dienste van de verdieping van het Vlaams katholicisme in Vlaanderen.

Als poësisleraar aan het Sint-Romboutscollege was hij overtuigd van de noodzaak de moedertaal aan te leren als voedingsbodem voor iedere verdere cultuur. In verband met de studie van de volkstaal, liet hij zijn leerlingen lijsten opmaken van spreuken en spreekwoorden en speuren naar volksvertellers, sagen en legenden. Verder was er zijn betrokkenheid bij het schoolkoor en hun muziekuitvoeringen.

E.H. Bols was in 1870 één van de eerste leden van de “Zuid-Nederlandse Maatschappij van Taalkunde”, als voorloper van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. Waarvan hij gewoon lid was van 1892-1919, corresponderend lid was van 1887-1891, en binnenlands erelid vanaf 1921.

Hij was ook lid van het letterkundig studentengenootschap “Met Tijd en Vlijt” in Leuven. Voor de hogeschoolstudenten hield hij in november 1871 in Leuven zijn eerste voordracht “Over de welluidendheid der Nederlandsche taal”. Hij werd zelfs in Brugge op 1 mei 1876 uitgenodigd door de “Gilde van Sint Luitgaarde” waar hij een lezing hield over “Volksspraak en Boekentaal”. Bols hield van zijn moedertaal en van zijn volk en stak zijn Vlaamse gevoelens niet “onder stoelen of bank”.

In juli 1876 begaven de Aarschotse onderpastoors zich naar Werchter, waar E.H. Jan Bols bij zijn broer Gustaaf de vakantie doorbracht. Zij vroegen of ze hem als directeur van het college aan de geestelijke overheid mochten voorstellen. En Jan Bols zei niet nee. Op 11 augustus 1876, na de prijsuitdeling in het Sint-Romboutscollege, deelde hoogwaardige heer Goossens, secretaris van de kardinaal Dechamps, Bols mee dat hij benoemd was tot Bestuurder van het nieuwe college te Aarschot. Het college waar zijn streek- en dorpsgenoot Frans Drijvers van 1885 tot 1890 leraar retorica werd.

Omwille van zijn flamingantisme werd Bols in 1884 door het Aartsbisdom Mechelen uit de functie van directeur van het college ontheven. Zijn oud-leerling Jaak Muyldermans werd de nieuwe directeur. Bols werd aangesteld als pastoor van de Sint-Katelijneparochie in Mechelen (1884-1887) en daarna in de Onze-Lieve-Vrouwparochie te Alsemberg (1887-1907).

Het is de Alsembergse pastoor Jan Bols die het initiatief nam voor de oprichting van het Gentse kunst- en cultuurtijdschrift ”Het Belfort”. De bekende Gentse katholiek Alfons Siffer wordt de drukker-uitgever van het blad dat zich van een sterke betrokkenheid van het Davidsfonds kan vergewissen. Bols maakte deel uit van de redactie. Het Belfort verschijnt voor het eerst in januari 1886. Daarnaast was hij een van de eerste leden en tevens voorzitter (1906-1914) van de in 1898 gestichte kring Eigen Leven. Een genootschap opgericht door Maria Belpaire om de katholieke Vlaamsgezinde krachten te bundelen, in het bijzonder op het literaire vlak.

Als cultuurflamingant ijverde hij voor Nederlands als voertaal en stond hij erop dat de herbergen in Alsemberg een Vlaamse naam droegen. Tevens had hij veel belangstelling voor zowel het volkskundig als het historisch verleden van Alsemberg. Diepgaande meningsverschillen met de commissie voor monumenten zijn hier het bewijs van. Maar ook zijn ijver om oude kunstwerken naar zijn kerk terug te brengen en zijn vele contacten in de academische wereld maken van hem een boeiend figuur.

In 1907 trok pastoor Bols zich terug als rustend pastoor in Aarschot. Wellicht de herinnering aan zijn moeder waar hij zeer aan gehecht was, bracht hem terug naar haar geboortestad. Hij ontving de titel van officier in de Leopoldsorde (1912) en Commandeur in de Kroonorde (1920). Jan Bols werd in 1913 doctor honoris causa van de Katholieke Universiteit Leuven.

In 1914 vluchtte hij met zijn schoonzuster en haar dochters naar Engeland en was gedurende een jaar pastoor van de Belgische vluchtelingen in Grimsby, een plaats in het graafschap Lincolnshire.

Door zijn vele publicaties “Nederduitse Bloemlezing”( Manuel du flamingantisme), “Honderd oude Vlaamse liederen”(1897) en door de Commissie van het Oude Volkslied van het Ministerie van Openbaar Onderwijs postuum gepubliceerde bundels "Godsdienstige kalenderliederen" (1939) en twee bundels "Wereldlijke volksliederen" (1949) werd Jan Bols een belangrijk figuur. Jan Bols overleed in Aarschot op 15 januari 1921.

In 1991 werd het Dr. Jan Bolscomité 1842-1992 opgericht, dat zich tot doel stelde 150 jaar na de geboorte van Jan Bols deze belangwekkende inwoner van Werchter op een voetstuk te plaatsen. Dat gebeurde ook letterlijk wanneer in Werchter op 13 september 1992 het bronzen borstbeeld van Jan Bols, een creatie van de Hasseltse kunstenaar Gerard Moonen onthuld werd. Het comité kon eveneens rekenen op de steun en medewerking van het gemeentebestuur en de socio-culturele vereniging Vlaanderen Morgen, zodat ook een straat zijn naam kreeg.

Het Dr. Jan Bolscomité 1842-1992 bestond uit de volgende personen: Relinde Baeten, Miel Devillé, Bart Minnen, Achiel Selleslach, Jan Vander Elst, André Van Rompuy.

In juli 1997 werd vastgesteld dat het borstbeeld van Bols van zijn sokkel was verdwenen. Vlaanderen Morgen Rotselaar had het als een plicht aangevoeld, om het vijfde lustrum van haar bestaan waardig af te sluiten, door hier op dat overeind gebleven voetstuk, opnieuw eenzelfde beeld te plaatsen. Dat gebeurde op 18 augustus 2001 dank zij de financiële inbreng van enkel Vlaanderen Morgen. Het beeld werd door Vlaanderen Morgen geschonken aan de gemeente en zijn inwoners (2001).

Borstbeeld van Jan Bols (fotoarchief Jan Vander Elst).

Portret van Jan Bols door fotograaf E. Frabonius.

Lerarenkorps van het Sint-Jozefscollege met directeur in het midden (archief Sint-Jozefscollege Aarschot).

Informatie: Jan Vander Elst.