Hertogstraat (Wezemaal)

Kort

De naam Hertogstraat verwijst naar de hertogen d’ Ursel en de Croÿ. De hertog van Ursel was grootgrondbezitter in Wezemaal en de hertog van Croÿ was eigenaar van het perceel waar de verkaveling zou worden uitgevoerd.

Duiding

Wie vroeger langs de Olivierstraat wandelde op een zondagnamiddag kon met plezier naar de activiteiten van de scoutsgroep Benedictus van Wezemaal kijken. Maar aan hun standplaats kwam een einde bij de verkaveling van de Hertogstraat.

Op voorstel van de Kulturele Kring Wezemaal werd door de gemeenteraad van 21 maart 2005 de naam Hertogstraat goedgekeurd. De naam verwijst naar de hertogen d’ Ursel en de Croÿ. De hertog van Ursel was grootgrondbezitter in Wezemaal en de hertog van Croÿ was eigenaar van het perceel waar de verkaveling zou worden uitgevoerd. Hoe kwamen, beide families in handen van Rotselaar en Wezemaal?

Van in de dertiende eeuw waren zowel Wezemaal als Rotselaar de zetel van twee van de vooraanstaande adellijke families van het hertogdom Brabant: de heren van Wezemaal en van Rotselaar. Zij hadden onder meer het recht om in oorlogstijd een eigen eenheid aan te voeren onder hun eigen banier, vandaar dat die laag van de adel ook werd aangeduid als ‘baanderheren’ of, in het Frans, barons, ‘baronnen’. Daarom droegen deze heerlijkheden ook de rang van baronie.

Beide baronieën kwamen in de vroegmoderne tijd in handen van nog machtiger geslachten met een nog hogere adellijke rang. In 1516 kwam de baronie van Rotselaar in handen van Willem van Croÿ, één van de machtigste figuren in het Bourgondisch-Spaanse rijk. De familie van Croÿ is een adellijk geslacht, oorspronkelijk afkomstig van Crouy, een dorp in Picardië (Noord-Frankrijk). Leden van dit geslacht speelden een belangrijke rol in de Nederlanden onder de Bourgondische hertogen en vervolgens onder de Habsburgers. In 1518 werd de baronie Rotselaar een deel van het toen gevormde ‘markgraafschap’ Aarschot, een gunst van de nog jonge Karel V voor Willem van Croÿ. In 1534 werd het markgraafschap Aarschot door keizer Karel V zelfs verheven tot hertogdom: een absolute toptitel, want Karel V zelf voerde de titel van hertog van Brabant. Het was de eerste keer dat binnen het hertogdom Brabant een adellijk geslacht de titel van hertog kreeg. Sindsdien behoorde de baronie Rotselaar (met Rotselaar, Werchter-Wakkerzeel-Tremelo, en Haacht) tot het hertogdom Aarschot. In 1598 verhief koning Hendrik IV van Frankrijk de Noord-Franse heerlijkheid Crouy (Croÿ) zelf tot hertogdom: de Croÿ’s mochten zich vanaf dan ook hertog van Croÿ noemen. De hertogen van Aarschot, eerst uit het geslacht van Croÿ, en vanaf de 17de eeuw onder de hertogen van Arenberg, bekleedden in de Spaanse en Oostenrijkse Nederlanden bestuurlijke en militaire topfuncties.

Vele takken van adellijke familie van Croÿ hielden op te bestaan midden achttiende eeuw. In 1767 restte alleen de tak de Croÿ-Solre. Het is dan dat de drie zonen van August van Croÿ-Solre (1765-1822) de takken stichtten die tegenwoordig nog bestaan en vertegenwoordigd zijn in Duitsland, Tsjechië, Frankrijk, België en Oostenrijk.

Ook de baronie Wezemaal verzeilde in een hertogelijke familie. In 1561 verkocht de toenmalige baron de baronie Wezemaal aan de familie Schetz, tevens heren en sinds 1637 graven van Grobbendonk. Graaf Charles Hubert Augustin van Grobbendonk schonk in 1725 de baronie Wezemaal aan zijn neef, Conrad Albert Charles, hertog van Ursel. De hertogen van Ursel bleven baron van Wezemaal tot ook zij, net als de hertogen van Arenberg en alle andere adellijke heren, na de verovering van ons land door de Frans revolutionaire legers in 1794 hun feodale rechten verloren en moesten vluchten.

Zowel de hertogen van Arenberg, de hertogen van Croÿ als de hertogen van Ursel konden na de Franse Revolutie een aantal van hun vroegere gronden in Rotselaar en Wezemaal opnieuw in handen krijgen.

Informatie: dr. Bart Minnen en Jacky Cools.